27/10/2023 Crisis Oekraïne: Terugkerende goederen en bewijzen

Verordening 883/2014 legt sinds 30 september 2023 de verplichting op om bewijzen voor te leggen over de oorsprong van de primaire materialen die gebruikt werden bij ijzer- en staalproducten uit de bijlage XVII. De bedoeling is om te vermijden dat productieketens in derde landen de sancties ineffectief maken door alsnog gebruik te maken van staal of staalproducten van Russische oorsprong.

Ook tijdelijk uitgevoerde goederen vallen onder de bepalingen van de Verordening wanneer die goederen niet voldoen aan de voorwaarden voor de vrijstelling op vrij verkeer omwille van terugkerende goederen (zie Art 203 DWU). Dat betekent dat er ook voor deze goederen een bewijs moet geleverd worden over de niet-Russische oorsprong van de goederen en de gebruikte inputs. Deze maatregel geldt voor de bijzondere regeling Passieve Veredeling.

Bij de wederinvoer van goederen na tijdelijke of definitieve uitvoer, zal de AAD&A toestaan dat de oorspronkelijke uitvoeraangifte het bewijs vormt voor het niet-Russische karakter van de goederen voor zover de goederen verkeren in de staat waarin ze werden uitgevoerd (zie artikelen 203 DWU en 158 DWU-DA).

Dus enkel wanneer de uitgevoerde goederen geen veredeling of andere verandering buiten EU hebben ondergaan, is het oorsprongsbewijs uit Verordening 883/2014 niet verplicht.

Link website AAD&A.