20/05/2019 EiDR en douaneregeling 42

Wettelijke basis

De wettelijke voorwaarden voor het verlenen van de vergunning EiDR zijn opgenomen in artikel 150 van de UCC DA.

De vergunning kan niet worden verleend voor het in het vrije verkeer brengen door middel van een gelijktijdige aangifte voor het vrije verkeer en tot verbruik van goederen die vrijgesteld zijn van de btw (artikel 150, lid 3, a UCC DA). Concreet betekent dit dat er voor invoer onder de regeling 42 geen toelating voor EiDR kan worden verleend.

Alternatieve aangifteprocedure

Om de operatoren het voordeel van de EiDR niet te laten verliezen kan onder bepaalde voorwaarden toelating gegeven worden in de individuele vergunning EiDR om bij invoer de regeling 40 toe te passen in plaats van de regeling 42.

De voorwaarden waaronder deze alternatieve aangifteprocedure mag worden toegepast zijn de volgende:

  1. In de vergunning EiDR moet verplicht globalisatie worden toegepast.
  2. Er moeten ten minste 5 inschrijvingen in de administratie van de aangever zijn per globalisatieperiode die door een intracommunautaire levering worden gevolgd.

Er moet echter ook een onderscheid worden gemaakt naargelang de hoedanigheid van de vergunninghouder EiDR:

  1. De vergunninghouder EiDR is dezelfde persoon als de invoerder van de goederen: mag de regeling 40 toepassen wanneer aan bovenstaande voorwaarden voldaan is.
  2. De vergunninghouder EiDR is niet dezelfde persoon als de invoerder van de goederen: bv. een douane-expediteur, de twee voorwaarden moeten worden beoordeeld in hoofde van elk afzonderlijke invoerder in naam van wie de vergunninghouder EiDR handelt.
Labels: